Tour de l'Aad
woensdag 30 juli 2014
30 juli 2014. Op-en-af-en-op-en-af ritje richting Blaise
Het weer is weer een beetje omgeslagen naar mooi, en dus kunnen we de fiets weer op. Ik ga richting het noordoosten, eens kijken of het daar net zo mooi is als richting noordwesten, de rit van afgelopen zondag. Nou, dat is iets minder. Waar je richting noordwest binnen 10 km je tussen de wijnranken van de Champagne streek bevindt, blijft het hier beperkt tot weiland en akkers. Ook mooi, maar toch anders en minder spectaculair. Het is een ritje dat op en af gaat. Nauwelijks vlakke stukken en steeds korte stukjes omhoog in variabele percentages. Dat molt je benen wel. Een beetje afdaling om de benen wat rust te geven is er niet bij. Het ritje gaat wel relatief vlot. Relatief weinig klimmeters, vandaar. Al met al een aardige rit.
maandag 28 juli 2014
27 juli 2014. Ritje door de Champagne.
Na een week Provence zijn we met horten en stoten naar het noorden gereden, naar de Champagne streek. Nét boven de Bourgogne. De reis duurde een tikkie te lang. Tussen Orange en Lyon was het een drama qua files, bij Vienne kregen we een onweers-hagelbui over ons heen die de auto beschadigde en daarna nog een stuk of wat stortbuien en file-ontwijk-routes moeten nemen. Maar dan kom je ook ergens. In Cirfontaines-en-Azois om precies te zijn. Een on-ontdekt stuk Frankrijk, waar we nog nooit zijn geweest. Een prachtig dorpje in een bijzonder landelijke omgeving en in een prachtige gite. Helemaal geweldig hier. Een aanrader. Ik ben benieuwd wat dat qua fietsen gaat brengen.
Het is zondagmiddag en mooi weer. Niet te warm, beetje wind. Ik heb een route gemaakt van 60 km. Moet kunnen. Twee kleine heuveltjes erin. Moet ook kunnen. De rit voert me eerst in de richting van Colombey-les-2-Eglises. Een plaatsje waar je zo voorbij zou rijden, ware het niet dat hier ooit het buitenverblijf stond van Charles de Gaulle. En die ligt hier nu begraven, en er is een Memorial/monument. De moeite waard dus.
Vanuit Colombey ga ik linksaf richting Bar-sur-Aube. Maar dan wel rechts van de route nationale, want die is te druk. Het smalle weggetje voert me door een gigantische hoeveelheid wijngaarden. Tot zover het oog rijkt, druivenranken. Champagne. Ik moet er nu niet aan denken.
Vanuit Bar-sur-Aube gaat het weer omhoog, weer door wijngaarden. Veel wijngaarden. Prachtig gezicht. Via Baroville kom ik weer boven op een heuveltje en daal ik weer af richting Clairvaux.
Daarna is het nog een kilometer of 15 naar huis. Een mooie rit, op en af, en behoorlijk pittig. Ik ben kapot.
Het is zondagmiddag en mooi weer. Niet te warm, beetje wind. Ik heb een route gemaakt van 60 km. Moet kunnen. Twee kleine heuveltjes erin. Moet ook kunnen. De rit voert me eerst in de richting van Colombey-les-2-Eglises. Een plaatsje waar je zo voorbij zou rijden, ware het niet dat hier ooit het buitenverblijf stond van Charles de Gaulle. En die ligt hier nu begraven, en er is een Memorial/monument. De moeite waard dus.
Vanuit Colombey ga ik linksaf richting Bar-sur-Aube. Maar dan wel rechts van de route nationale, want die is te druk. Het smalle weggetje voert me door een gigantische hoeveelheid wijngaarden. Tot zover het oog rijkt, druivenranken. Champagne. Ik moet er nu niet aan denken.
Vanuit Bar-sur-Aube gaat het weer omhoog, weer door wijngaarden. Veel wijngaarden. Prachtig gezicht. Via Baroville kom ik weer boven op een heuveltje en daal ik weer af richting Clairvaux.
Daarna is het nog een kilometer of 15 naar huis. Een mooie rit, op en af, en behoorlijk pittig. Ik ben kapot.
25 juli 2014. Mont Ventoux vanuit Bédoin.
Mission accomplished.
Laten we eens beginnen met een stukje verantwoorde informatie over de Mont Ventoux. De Mont Ventoux is een berg in het departement Vaucluse in het zuiden van Frankrijk, gelegen op zo'n twintig kilometer ten noordoosten van Carpentras.
Deze top in het Massif des Baronnies in de provençaalse Voor-Alpen is de enige van deze hoogte (bijna 2000 m) in de streek de Provence en hij wordt daarom ook wel de Reus van de Provence genoemd. De naam 'Mont Ventoux' is afgeleid van het Occitaanse woord vent dat wind betekent en zou zijn opgedragen aan Vintour, de Keltische (Liguurse) god van de wind. Er zijn op de top van de berg windsnelheden tot 300 km/uur geregistreerd. Een andere verklaring van de naam dateert uit de 1e of 2e eeuw na Christus. De Gallische naam laat zich reconstrueren als 'Ven-top(s)', hetgeen 'sneeuw-top' betekent. In de 10e eeuw verschijnen de namen Mons Ventosus en Mons Ventorius. In de streek wordt de wijn A.O.C. Ventoux gemaakt.
De top van de Mont Ventoux ligt op 1912 meter hoogte. Het hoogteverschil met de voet van de berg bedraagt 1614 m. Op de top van de berg bevindt zich een weerstation met een grote zendmast. De berg is bekend doordat de beklimming ervan herhaaldelijk is opgenomen in enkele gerenommeerde wielrenwedstrijden, zoals de Ronde van Frankrijk, vanwege de moeilijkheidsgraad en het kale 'maanlandschap'. De bestijging te voet werd in de Renaissance reeds beschreven door Petrarca in zijn Beklimming van de Mont Ventoux.
Tot zover het informatieve deel over de kale berg. Altijd interessant, maar het gaat vandaag om deel III van de missie Ventoux. Mijn missie. En vandaag het derde en laatste deel, en dan ook de moeilijkste beklimming. Die vanuit Bédoin.
In Bédoin is het zo mogelijk nog drukker dan in Malaucène. Geen parkeerplek te vinden in het dorp. De gemeente is blijkbaar wat gewend aan parkerende auto's met racefietsen en heeft rondom het dorp bij de in/uitvalswegen verschillende parkeerplaatsen aangelegd. Dan zetten we de Jeep daar maar neer.
Op weg naar de route naar de top van de Mont Ventoux. Voor de derde keer deze week. Het eerste stuk is makkelijk. 6 kilometer lang gaat het niet stijler dan 4-5%. Maar na de eerste de beste haarspeldbocht is het gedaan met het gemak. Vanafdat moment gaan we 10 lange, lange kilometers met 9-10-11% omhoog. Er komt geen eind aan. Het gaat maar door en door. En het is warm. Veel te warm. Het gutst weer het lijf uit. En het stikt hier in het bos van de oervervelende vliegen en ander insectenspul. Bloedirritant. Ik vraag me af of ik het ga halen. Zo warm, zo windstil, zo zwaar. Ik passeer twee vaders met twee zoons. De vaders op redelijk gewone toerfietsen (met heel klein verzetje) en twee zoons van een jaar of10-12 op een ATB. Die lopen al. Ik hoor een van de vaders zeggen: "Dit is het stomste idee ever!" De andere vader lacht: "Wat?". "Nou, deze bult beklimmen!". Eigenlijk heeft-ie gelijk. Wat bezielt mensen toch?
Ik fiets door en door en door. Na 16 kilometer ben ik weer bij Chalet Reynard. Gek genoeg is het daar een stuk lichter dan de eerste 16 km. Het stijgingspercentage neemt iets af. Voor een paar kilometer dan. Daarna gaan we hetzelfde stuk omhoog als een dag of 4 geleden, toen ik vanuit Sault de kale berg beklom. Nu blijf ik echter op de fiets zitten. Geen wind, geen storm, geen mistral. Zo is het een feestje. Zwaar, maar wel erg leuk. Ik heb vlak voor de top nog genoeg reserves over om er nog een sprintje uit te trekken. En we staan voor de derde keer op de top. Doel bereikt, mission accomplished. Drie keer de Ventoux op. Ik voel me goed. En ik ben trots op mezelf.
24 juli 2014. Mont Ventoux vanuit Malaucène.
Ik worstel en ik kom boven.
Na een dagje rust is het vandaag de dag voor het tweede deel van de drieluik missie die Mont Ventoux heet. Rond een uur of half negen stap ik in de auto in Mazan en rijd naar Malaucène, een kleine 20 kilometer verderop. Het is al stervensdruk zeg! Geen parkeerplek te vinden in het dorp. Dan maar naar een parkeerplaats net buiten het dorp. Daar is het nog rustig. Ik maak me gereed voor de tweede klim naar Mont Ventoux, vanuit Malaucène dus. Naar men zegt een moeilijke rit, maar nog niet de moeilijkste. Die bewaar ik voor het laatst. Vandaag dus een rit van 21 kilometer naar de top. Het is prachtig weer, de wind van twee dagen geleden is gaan liggen. Gelukkig. Scheelt weer. Met goede moed beginnen we aan deel II. Dat begint vrij eenvoudig. Althans, de eerste kilometer. En dan gaan we al met 7 tot 9% de hoogte in. Na een kilometer of 3 hoor ik achter mij een dame roepen: "Ik worstel en kom boven, héj!". Ik heb vandaag voor de gelegenheid een shirt aangetrokken met de Zeeuwse vlag daarin verwerkt. En die wordt herkend. De dame passeert me en vraagt waar ik vandaan kom. "Kapelle", zeg ik. "Oh, ik kom uit Oostkapelle", zegt zij. Schept een band. Zeeuwen onder elkaar. Maar zij lijkt me tien jaar jonger en gaat tien km in het uur harder dan ik, lijkt het. Voor ik het weet is ze weer uit het zicht.
Tussen kilometers 4 en 9 is het redelijk te doen. Ik pak weer een tempo dat te rustig lijkt, maar voorlopig nog geen enkele reserve aanspreekt. Die heb ik later nog nodig. Er zitten wel stukjes van 9-10-11% tussen, maar die lukken me nog vrij aardig. Maar na kilometerpaaltje 9 is het uit met de pret. Dan gaan we met gemiddeld 10% omhoog en er komt geen eind aan. Ik had het profiel nog in mijn hoofd zitten en ik wist dat er nog een makkelijker stukje aan zou komen, maar wanneer was dat ook weer? Dat stuk lijkt maar niet te willen komen. De benen hebben het zwaar, het is warm en het zweet gutst uit alle poriën. Bij kilometer 14 is dan uiteindelijk dat makkelijker stukje daar. Niet meer dan een kilometer, maar toch. Genoeg om even op adem te komen. Om vervolgens een kilometer met 11% omhoog te moeten.
Het is nu nog 5 kilometer naar de top en ik voel dat ik het ga halen. Het wordt zwaarder en zwaarder, maar ik ga het halen. Er wordt nog een foto van me gemaakt, de fotograaf duwt zijn kaartje in mijn hand en roept "Huitcent metres. Vous etes presque la. Bonne chance!" 800 metertjes nog maar? Dat zijn wel lange, zware meters, maar goed. We zijn er bijna. Nog een laatste rechterbocht en ik sta weer voor het de zendmast. Deel II van Missie Ventoux volbracht! Geworsteld en boven gekomen.
Bekend ritueel: armstukken aan, windjackje aan, foto's maken, beetje drinken, belletje naar huis. En zowaar zie ik die Zeeuwse dame weer staan. "Ah, je hebt het gehaald", zegt ze. "Hoe lang heb je erover gedaan?" Ik heb geen idee. "Ruim twee uur, schat ik". Het blijkt 2.18 uur te zijn. Zij heeft er 12 minuten korter over gedaan. Knap hoor.
De afdaling is makkelijk. Brede weg, rustig weer, niet te veel verkeer. In no time sta ik weer beneden bij de auto. Dak er weer af. Nu volledig, want wederom bloedheet. Lekker ritje naar Mazan zo.
Na een dagje rust is het vandaag de dag voor het tweede deel van de drieluik missie die Mont Ventoux heet. Rond een uur of half negen stap ik in de auto in Mazan en rijd naar Malaucène, een kleine 20 kilometer verderop. Het is al stervensdruk zeg! Geen parkeerplek te vinden in het dorp. Dan maar naar een parkeerplaats net buiten het dorp. Daar is het nog rustig. Ik maak me gereed voor de tweede klim naar Mont Ventoux, vanuit Malaucène dus. Naar men zegt een moeilijke rit, maar nog niet de moeilijkste. Die bewaar ik voor het laatst. Vandaag dus een rit van 21 kilometer naar de top. Het is prachtig weer, de wind van twee dagen geleden is gaan liggen. Gelukkig. Scheelt weer. Met goede moed beginnen we aan deel II. Dat begint vrij eenvoudig. Althans, de eerste kilometer. En dan gaan we al met 7 tot 9% de hoogte in. Na een kilometer of 3 hoor ik achter mij een dame roepen: "Ik worstel en kom boven, héj!". Ik heb vandaag voor de gelegenheid een shirt aangetrokken met de Zeeuwse vlag daarin verwerkt. En die wordt herkend. De dame passeert me en vraagt waar ik vandaan kom. "Kapelle", zeg ik. "Oh, ik kom uit Oostkapelle", zegt zij. Schept een band. Zeeuwen onder elkaar. Maar zij lijkt me tien jaar jonger en gaat tien km in het uur harder dan ik, lijkt het. Voor ik het weet is ze weer uit het zicht.
Tussen kilometers 4 en 9 is het redelijk te doen. Ik pak weer een tempo dat te rustig lijkt, maar voorlopig nog geen enkele reserve aanspreekt. Die heb ik later nog nodig. Er zitten wel stukjes van 9-10-11% tussen, maar die lukken me nog vrij aardig. Maar na kilometerpaaltje 9 is het uit met de pret. Dan gaan we met gemiddeld 10% omhoog en er komt geen eind aan. Ik had het profiel nog in mijn hoofd zitten en ik wist dat er nog een makkelijker stukje aan zou komen, maar wanneer was dat ook weer? Dat stuk lijkt maar niet te willen komen. De benen hebben het zwaar, het is warm en het zweet gutst uit alle poriën. Bij kilometer 14 is dan uiteindelijk dat makkelijker stukje daar. Niet meer dan een kilometer, maar toch. Genoeg om even op adem te komen. Om vervolgens een kilometer met 11% omhoog te moeten.
Het is nu nog 5 kilometer naar de top en ik voel dat ik het ga halen. Het wordt zwaarder en zwaarder, maar ik ga het halen. Er wordt nog een foto van me gemaakt, de fotograaf duwt zijn kaartje in mijn hand en roept "Huitcent metres. Vous etes presque la. Bonne chance!" 800 metertjes nog maar? Dat zijn wel lange, zware meters, maar goed. We zijn er bijna. Nog een laatste rechterbocht en ik sta weer voor het de zendmast. Deel II van Missie Ventoux volbracht! Geworsteld en boven gekomen.
Bekend ritueel: armstukken aan, windjackje aan, foto's maken, beetje drinken, belletje naar huis. En zowaar zie ik die Zeeuwse dame weer staan. "Ah, je hebt het gehaald", zegt ze. "Hoe lang heb je erover gedaan?" Ik heb geen idee. "Ruim twee uur, schat ik". Het blijkt 2.18 uur te zijn. Zij heeft er 12 minuten korter over gedaan. Knap hoor.
De afdaling is makkelijk. Brede weg, rustig weer, niet te veel verkeer. In no time sta ik weer beneden bij de auto. Dak er weer af. Nu volledig, want wederom bloedheet. Lekker ritje naar Mazan zo.
dinsdag 22 juli 2014
22 juli 2014. Mont Ventoux vanuit Sault.
Eerste keer de berg op. En er vanaf geblazen.
Het is dinsdag. Ik moet en zal deze week drie keer de
Ventoux op en ik bouw het langzaam op. Ik begin met de rit vanaf Sault. Schijnt
de makkelijkste kant te zijn. We gaan het zien.
Ik vertrek om 9 uur vanuit Mazan met de auto voor een
prachtige rit naar Sault. Over de Col des Abeilles. En eenmaal daar overheen
krijg ik al een prachtig uitzicht over de lavendelvelden. Eenmaal beneden is
het nog een kort stukje naar Sault, het centrum in en dan een parkeerplaats
zoeken. Die is gauw gevonden. Er zijn meer mafkezen die de rit naar de top gaan
maken, maar echt heel druk is het nog niet. Rond kwart voor tien stap ik op de
fiets en begint de tocht van 26 kilometer klimmen. Nou ja, het begint met een
kort afdalinkje vanuit Sault. Een kilometer, maar toch. Daarna begint het
langzaam omhoog te gaan. Een procent of 3-4-5-6. Afwisselend tot aan kilometer
20. Tot aan de grote parkeerplaats/terras/hotel, waar de weg samenkomt met die vanuit Bédoin, gaan de eerste 20 kilometers inderdaad niet moeilijk.Goed te doen. Ik pak het wiel van een medeklimmer die ongeveer mijn tempo
houdt. Ik zou harder kunnen, maar de afgelopen twee jaar waren een goede
leerschool: doseren jongen! Niet te hard vertrekken, inhouden, energie
overhouden voor later. Het is 26 kilometer klimmen! 9 kilometer meer dan de
Tourmalet. Met het zwaartste toetje aan het eind. Dus ik hou me in. En tuf in
een rustig tempo omhoog. Eerst veel lavendel, al snel heel veel bos en blijvend
heel veel wind. En die is met vlagen bloedirritant aan het worden. Het goeie
ervan is dat het koel blijft. Sterker nog, ik trek halverwege mijn
armwarmertjes aan, ook met het vooruitzicht dat het hogerop steeds frisser, zo
niet koud gaat worden.
Na anderhalf uur ben ik bij Chalet Reynard, het restaurant/hotel dat het begin markeert van het kale stuk van de berg. Ik draai over het grote stuk asfalt naar links en begin aan de laatste 6 kilometers. Het gaat steeds harder waaien, hoe hoger ik kom. De wind raast over de Ventoux heen. Daar had ik wel een beetje op gerekend, maar zo erg nou ook weer niet. Ik heb moeite mijn stuur recht te houden. Maar ik trap door. De eerste twee kilometer na Reynard gaan met zo'n 7% omhoog. Daarna volgt een stuk met 7,5% gemiddeld, met daartussen stukjes 8-9%. Het wordt pittiger en pittiger en de wind blijft razen. Op zo'n 2 kilometer voor de top wordt de wind onhoudbaar. Ik draai een bocht naar rechts en krijg de snoeiharde wind recht in het gezicht. En op het lijf en op de fiets. Ik ging al niet snel, maar nu sta ik bijna stil. Er is niet tegenaan te trappen. Veel wind gewend in Zeeland, maar dit heb ik nog nooit meegemaakt. Ik waai van mijn fiets af...! Boem, daar lig ik op het asfalt. Met zo'n snelheid val je niet hard, maar mijn linkerdij denkt daar toch anders over. Die doet pijn. Een Belg in een groen shirt, die zelf ook de grootste moeite heeft zich staande te houden en zigzaggend over de brede weg waaiert, hoort me vallen en is nog in staat te vragen of alles goed is. "Ja, geen probleem", roep ik. Maar ik heb natuurlijk wel een probleem. Hoe kom ik de fiets weer op, en hoe blijf ik er nu op? Met 8% stijging en windkracht 8-9-10 tegen krijg ik met geen mogelijkheid beide voeten in de pedalen geklikt. Ik moet een stukje lopen tot de volgende bocht, waar iets meer beschutting is en de wind schuin in de rug waait. Ik zit weer en de voeten zitten vast. Trappen jongen! Het kost me veel moeite, maar het gaat. Tot aan de volgende rechterbocht. Daarna weer een zo mogelijk nog hardere wind tegen. Ik wordt naar de linkerkant van de weg geblazen. Godzijdank geen afdalende fietsers of auto's die me omver kunnen rijden. Ik moet weer uit de pedalen. Zelfde ritueel: stukje lopen tot de volgende bocht en er weer op. En nu blijf ik zitten tot het eind. Het moet. En het lukt. Na ruim 2 uur afzien en zwoegen kom ik boven bij het bekende torentje, de zendmast. Het is gelukt! Altijd weer een overwinning op mezelf, het beklimmen van zo'n col. En dit was me er eentje van de buiten-buitencategorie met die wind.
Op de top is het mistig, koud en je waait uit je verschoning. Na een telefoontje naar huis, een stukje lopen en zitten, en natuurlijk een foto ga ik het winkeltje in. Een paar minuten later komt de Belg in het groene shirt binnen, als was hij de skileraar uit de Heineken commercial: "MADAME! BOISSONS?!?!?" roept hij vanuit de deuropening. Die heeft dorst. Afgezien als een beest. En het interesseert hem verder geen zak wat anderen van hem denken. Mooi.
Ik trek mijn windjack aan en besluit te gaan afdalen. Het moet, ook met deze wind. Ik ben niet de held die met 50-60-70 in het uur naar beneden dender en nu al helemaal niet. Ik ga uiterst voorzichtig naar beneden en tot aan het chalet hebben de remmen het zwaar te verduren. Daarna duik ik het bos weer in en wordt het wat makkelijker en kan ik wat harder.
De zon schijnt weer en voor ik het weet rij ik weer tussen de lavendelvelden. Tijd voor een foto'tje. Nog een laatste paar kilometers naar Sault en ik sta weer bij de Jeep op het parkeerterrein. Deel 1 van het doel van deze week is gehaald. Het dak gaat eraf. Van de Jeep dan, want het is inmiddels bloedheet.
21 juli 2014. Opwarmertje-voor-de-rit-van-morgen-naar-Mont-Ventoux-ritje naar Villes-sur-Auzon
We zijn in de Provence. In de Vaucluse om precies te zijn.
In een dorpje dat Mazan heet. Het ligt 7 km ten oosten van Carpentras, iets ten
zuidwesten van de Mont Ventoux. En dat is nou precies het doel van deze reis.
Ik wil drie keer de Ventoux op, van drie verschillende kanten. Niet op 1 dag
(ik ben toch niet gek!) maar verspreid over een aantal dagen in deze
vakantieweek. We zijn zaterdag in één keer afgereisd naar Zuid Frankrijk,
behoorlijk vermoeid en bovendien regent het zondag. Geen weer om een
fietstochtje te maken. Verschoven naar maandag dan maar. En dan niet meteen de
berg op, maar eerst even gevoel krijgen met de omgeving. Ik heb een ritje
gepland van Mazan naar Villes sur Azois en dan via Pernes weer terug naar Mazan.
Dwars door de vele wijngaarden die de omgeving hier typeren. En zonnebloemen,
die ook. En olijfbomen.
Er zit een klein heuveltje in, zodat de benen een ietsiepietsie
klein beetje kunnen wennen aan de dagen die komen. Het is een prachtig ritje. Het is warm, maar er staat een
stevige wind. Mistral. Soms vlagen van kracht 6-7-8. Pittig. Althans, die wind.
De heuveltjes zijn goed te doen. Vrij simpel zelfs. Makkelijker rijden dan in
de Dordogne. Heel veel wennen doen de benen dus niet, maar ach. We zien morgen
wel hoe het gaat. Morgen voor de eerste keer Mont Ventoux op, nu eerst even gevoel krijgen bij de omgeving. Had meer kort klimwerk verwacht, maar al met al een prima opwarmertje. 25 graden, half bewolkt en veel, heel veel wind, kracht 5 met vlagen van 7-8 uit het noordwesten.
15 juli 2014. Snel-rondje-naar Wolphaartsdijk
Even een uurtje de werkstress eruit trappen. Aardig weer, graad of 20, weinig wind.
Abonneren op:
Posts (Atom)