We zijn in de Franse Alpen. Na het hooggebergte in de Pyreneeën vorig jaar en tussendoor twee colletjes van een pittige categorie in de Vogezen in de herfst hebben we de smaak te pakken. Voordat we doorreizen naar de Dordogne, gaan we een weekje de Alpen in. Op het programma staan de Madeleine, de Galibier, Alpe d'Huez en de Col de la Croix de Fer. Laten we daar eens mee beginnen. Rustig opbouwen, dacht ik. Ja ja. Kleine misrekening. Die Croix de Fer is een lastige puist. Een hele lange klim waar je enorm op kapot gaat.
We logeren in het kleine Le Chatel, vlakbij Saint Jean de Maurienne. Prachtige gite, nog mooiere locatie. Vanuit onze gite is het een klein stukje afdalen naar Saint Jean en van daaruit kan het dan meteen omhoog richting de Croix de Fer (CdF). En dat begint meteen in het dorp. Daar gaat het meteen omhoog met een procent of 7-8-9. Het eerste kilometerpaaltje werkt nog niet echt bemoedigend: nog 28 km en de eerste km gaat meteen met 9% gemiddeld. Leuk.
De col gaat dan nog met een kilometer of zes, zeven met dat percentage omhoog. Het is wel fenomenaal prachtig hier. Nog mooier dan de Pyreneeën. Het is hoog, stijl, rotsachtig, bebost, van alles wat. Na die stijle start is het even bijkomen. Het gaat nu via Saint Jean d'Arves tot aan Saint Sorlin gaat het een beetje naar beneden en licht omhoog met 3-5 procent. En dan rest nog de finale van zeven kilometer. En ik ben al kapot. Zo lang heb ik nog nooit geklommen. En ik moet dus nog 7 kilometers met een stijging van rond de 9-10%. Het is nu elke kilometer overwinnen. En vaak stoppen.
In de laatste kilometers steken een paar marmotten over. Leuk voor de afwisseling. En bijzonder leuke beestjes, al heb ik geen idee hoe ze zijn als je in de buurt komt.
Na bijna 3 uur ben ik boven. Wat een klim was dit om de vakantie mee te beginnen. Ik lijk wel gek. Maar we staan boven, op ruim 2000 meter.
Ik stap het restaurantje in op zoek naar vulling voor de bidons, die tot op de laatste druppel leeg zijn. En ik wil cola. Er komt een flesje cola en een fles van anderhalve liter water. De cola gaat in een lange tuig in zijn geheel naar binnen. Het water gaat voor 2x600ml de bidons in en de rest slurp ik ook leeg. De armwarmers gaan aan, windjackje eroverheen en op naar beneden. Maar niet nadat we het thuisfront even op de hoogte hebben gesteld van het bereikte resultaat.
De afdaling naar Saint Jean d'Arves gaat soepeltjes, hoewel de weg bij meer tijd dan wijlen erg slecht is. Dat stukje afdaling op de heenweg betekent ook dat ik dat op de terugweg weer omhoog moet. Nog een klein beetje klimmen dus. Dat valt op zich nog mee. Erger wordt het als ik bijna weer thuis ben. Ik moet nog van Saint Jean de Maurienne naar Le Chatel, en dat betekent weer klimmen. En niet zo'n beetje. Het is weer4 kilometer met 9% gemiddeld. Even niet ingecalculeerd. En er komt geen einde aan. Uiteindelijk toch ook weer wel en uitgewoond en kapot kom ik thuis. "Zo, papa is thuis. Ga je mee zwemmen?' Dat zijn nog eens welkomstwoorden van je dochters. Binnen ongeveer 30 seconden na aankomst. Ach, ze kijken naar je uit. Dat scheelt dan weer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten